Bakjes troost

Dit weekend staat voor mij in het teken van troost.

Laat me eerlijk zijn: over het algemeen was augustus tot nu toe niet ‘mijn maand’. Teveel onrust en ook wel wat vage boosheid vertroebelden mijn dagen.

Dus besloten Stijnlief en ik dat het tijd werd om er eens ‘uit’ te zijn. Over het algemeen probeer ik in feite net zoveel mogelijk ‘erin’ te zijn: leven in het hier en nu, zowel de goede als de slechte momenten omarmen, dat is zo wat mijn levensmotto geworden.

Maar nu vonden we het allebei tijd om eens goed de middelvinger op te steken naar de slechte momenten en een geheel ander ‘nu’ op te zoeken.

Zo gezegd, zo gedaan! Stijnlief vond een leuke B&B in Feluy, een onooglijk dorpje in de provincie Henegouwen, slechts dertig km ver van Brussel. Doelstelling van het weekend? Wandelen (ik), fietsen (stijnlief) en eten (gezellig samen). Dat vat het best goed samen en dat is ook precies wat we deden. 


Ik weet al dat wandelen goed voor me is. Wanneer ik blij ben, word ik er nog gelukkiger door. Dan word ik overspoeld door dankbaarheid voor mijn dappere benen, de onverstoorbare natuur om me heen, de zon op mijn gelaat en de bries door mijn haren. Wanneer ik verdrietig ben, word ik altijd getroost. Dan leer ik al wandelend dat elke stap mij vrede zal brengen. De natuur en haar bewoners zijn als een zacht deken, liefdevol over me heen gelegd door de meest zorgzame moeder. 


Dit weekend was het niet anders. De natuur in en rond Feluy is landelijk en vredig. Het dorp is slaperig en gezellig. Maar wat ik niet had kunnen voorspellen, waren de paar leuke korte gesprekjes onderweg. Een dame met hond lachte me breed toe en zei fier:  ‘c’est belle ici, non?’. Een fietser die ik voor de tweede keer tegenkwam, complimenteerde me met mijn dappere benen zodat ik dat eens een keer niet zelf hoefde te doen. Een oude man in zijn voordeur knikte met speelse ogen en zei gemeend vrolijk: ‘bonjour’. Enzovoort enzovoort. Het leek even of Feluy moest wel de plek zijn waar de gelukkigste inwoners van België woonden. En niemand die het kent. Behalve Stijnlief en ik nu natuurlijk en dat stemde mij echt tevreden. Bakje troost nummer één. 


’s Avonds waagden we ons aan activiteit nummer twee: eten. Dat is niet toevallig één van onze favoriete activiteiten. We trokken naar Nijvel enkele kilometers verderop waar we een klein pareltje ontdekten. Een restaurantje met misschien een 16-tal couverts, een enthousiaste vrouwelijke chef en een ontroerend zenuwachtige serveuse. Ze was er een tijdje ‘uit’ geweest, vertelde ze, dus zouden we haar onhandigheid kunnen vergeven? Tuurlijk konden we dat. Met veel gemak. We voelden ons in die kleine resto verwend door de creatieve schotels die overduidelijk met ontzettend veel liefde voor de ingrediënten waren klaar gemaakt. Met veel gemeende complimenten en succeswensen aan deze twee geweldige dames trokken we weer naar onze B&B. Dit restaurantje moest wel de beste eetplek van Nijvel zijn. En wij hadden dat zomaar ontdekt. Wel, dat stemde mij echt tevreden. Bakje troost nummer twee.

Dat intussen Stijn een keer spectaculair van zijn fiets viel met een pijnlijke lies tot gevolg (al veel beter nu), dat de wesp op dat terrasje het echt nodig vond mij te steken (ik voel het nu nog), dat ik in Feluy de eerste nacht nauwelijks een oog dicht deed na een stevige nachtmerrie (ja, dat gebeurt me zo af en toe)…Neen, dat kon echt niet op tegen de bakjes troost. Ik vertel het er toch maar even bij voor moesten jullie het verkeerde idee krijgen dat wij voor het geluk zijn geboren. Maar je kan wél kiezen wat je aandacht geeft: de koffie of de azijn.

Nu, thuisgekomen van Feluy, denk ik: zal ik een tekstje schrijven?  Maar ik heb geen inspiratie. Ik zie dat er weer een nieuwe scheut komt aan mijn ene pannenkoekenplant en dat mijn andere pannenkoekenplant wel eens verpot mag worden. Ik had een mama pannenkoekenplant en twee kinderen. Na het verpotten heb ik een oma, twee jongvolwassenen en één baby. Een driegeslacht als het ware! Één van de plantjes heb ik aan een vriendin beloofd, anders staat het huis straks helemaal vol met pannenkoekenplantjes. Vind je het heel raar dat ik daar erg tevreden van word? Na het verpotten krijg ik door de tevredenheid hierover bovendien inspiratie. Bakje troost nummer drie en vier. 


Toevallig lees ik op de facebookpagina van schrijver Jeroen Olyslaegers: ‘ik zou iedereen willen troosten. Zo werd ik wakker. Maar toen was er een treiterige stem die zei: zijt gij het niet die troost behoeft, aansteller? En wat troost me? Liefde en werk. Waarna ik koppig verder werk aan mijn roman, want ik kus mijn pollen dat ik gezegend ben door de liefde van de nimf (bijnaam voor zijn vriendin Nikki). Uw zegeningen telt ge het best op zondag.’

Inderdaad, tel je zegeningen als je kan. Laat ze bakjes troost zijn. Kies voor de koffie en negeer de azijn.


 




Reacties

Populaire posts