kauwen
Wanneer het tere daglicht begint te verbleken maar de stille nacht er nog lang niet is, je weet wel, dat magisch moment van het prille avondgloren…verzamelen achter ons bescheiden tuintje de talrijke zwarte kauwen zich in het kleine bosje fiere bomen.
Die deugnieterige kauwen, je kan altijd op ze rekenen.
Het uur wanneer ze beginnen samen troepen, verschilt van dag
tot dag. Deze slimme beesten bezitten immers geen uurwerk, de stand van het
licht is hun baken. Wanneer het putteke winter is, verzamelen ze al rond
vieren, vandaag doen ze dat pas rond zessen. Maar ze komen élke dag. Als geroepen.
Die deugnieterige kauwen, je kan altijd op ze rekenen.
Dan bezetten ze de toppen van de ranke bomen, nu nog kaal in
de vroege lente, dus je ziet ze erg goed zitten. Maar zelfs al zou je hen niet
zien om wat voor reden ook, horen doe je ze vast en zeker! Want stil en
bescheiden zijn ze zeker niet. Ze komen samen om te babbelen en zetten het op
een luidkeels kwelen.
Die deugnieterige kauwen, je kan altijd op ze rekenen.
Waarover hebben ze het toch? Dat vraag ik me zo vaak af. De
laatste tijd zou het me niet verbazen als ze ons, de mensen, met heel veel leedvermaak
uitlachen. Zonder al te veel mededogen. Waar zijn ze toch mee bezig? Hoor ik ze
vol verbazing uitroepen. Gevolgd door een schaterlach van jewelste.
Die deugnieterige kauwen, je kan altijd op ze rekenen.
Wanneer het daglicht dan eindelijk daadwerkelijk begint te
breken, de dromerige maan in het vizier komt en de mysterieuze schemering een
feit is, beginnen ze aan hun spectaculair optreden. Ze vliegen allen tegelijk
in formatie heel laag over ons kleine huisje, keren heel snel nog een keer
terug, alsof ze zich van richting hebben vergist of thuis de autosleutels zijn
vergeten, nemen weer even onder groot jolijt en tam tam plaats op de net bevrijde
bomen en hups: daar gaan ze weer, nu voor de laatste keer vandaag, onder ontzettend
luid gejoel. Wat een formidabel feest.
Die deugnieterige kauwen, je kan altijd op ze rekenen.
Soms denk ik dat ik de enige ben die echt op hen let. Ze
zijn zo gewoon, zo groot en zwart, niet mooi, niet lelijk, zo vanzelfsprekend,
als een dronken, oude tooggast in een bruine kroeg. Maar niet voor mij. Hun
standvastig gedrag, elke dag opnieuw, verwondert en vertedert mij. Ook overdag geniet ik er van hun intelligente gedrag te observeren - wie weet ooit daarover meer.
Die deugnieterige kauwen, je kan altijd op ze rekenen.
Zolang de kauwen achter ons tuintje eensgezind verzamelen en
weer opvliegen bij het avondgloren, kan alles nog goed komen. De natuur toont
ons de weg van vrede wanneer we het willen zien. Maar het is wel de hoogste tijd
om te beseffen dat het niet meer dan terecht zou zijn als de dierenwereld vandaag
van harte om ons lacht. Domme mens.
Wanneer kunnen wij, van nature zo getalenteerde mensen, weer op elkaar rekenen? Wanneer verzamelen wij in samenhorigheid, vrank en vrolijk tetterend? Vliegen we allen uit zonder aarzeling en zonder commando over de te kiezen weg, keren we deugnieterig nog eens op onze lichte stappen terug om dan, in een 'grand finale' onze vrijheid en liefde voor elkaar tegemoet te vliegen? Wanneer?
Dat en zoveel meer denk ik wanneer ik de kauwen vol bewondering en nederig aanschouw. Elke dag weer.
Moooooi ♥️♥️
BeantwoordenVerwijderen