Rumi

Begin augustus, een druilerig weekend met ook af en toe een zonnestraal tussen de talrijke buien door. Of was het andersom: een zonniger weekend dan voorspeld, met weliswaar enkele pittige buien tussendoor? Perceptie en taal, ze zijn niet onbelangrijk in hoe we naar onze wereld kijken.

In elk geval, hoe het ook zij: het is een liefdevol en inspirerend weekend met mama, dus de zonnestralen overheersen. Toch in ons hart. En zo zal het blijven in onze herinneringen. De echte weersomstandigheden zijn van ondergeschikt belang aan het warme, zomerse gevoel wanneer we denken aan deze heerlijke dagen in Watou. Trouwens, wat is écht? Waar stopt interpretatie en begint de zogenaamde realiteit? Maar ik dwaal af.

Watou, een interessant en pittoresk dorpje in de Westhoek waar jaarlijks een bekend kunstenfestival wordt georganiseerd. Het is al véle jaren een familiale traditie voor ons cultureel geïnteresseerde gezin. Mama en papa waren er van in de beginjaren bij, denk ik, misschien wel veertig jaar geleden? Boerderijen, rijhuizen, de kerk, het veld en andere verrassende locaties worden tijdens de zomermaanden heuse ‘kunstgalerijen’ waar woord en beeld verrassende combinaties maken. Zomer 2023 was een hele mooie editie met een weliswaar ongelooflijk slecht gekozen thema: /kom.po'zi.ci.o:/. Zucht. Een thema waarvoor je een bladzijde uitleg nodig hebt om het uit te leggen en waarvan je geen idee hebt hoe het uit te spreken, is toch echt tenenkrullend (Ja, écht, voor mij dan toch). Ik begrijp dat niet. Alsof kunst per se elitair moet zijn. Deze editie van Watou was net heel toegankelijk, dus dubbel jammer van de naam van het thema. Soit! Niet is perfect, quod erat demonstrandum (ja, ook Latijns gebruiken is elitair gedrag, ik weet het, ik beken dat ik mij nu inconstitent gedraag)!

Als afsluiter van ons bezoek aan het festival bezochten we uiteraard de ‘festivalboekenshop’. En waarop viel mijn vorsend oog? Op een heel mooi vormgegeven boek. Een zon-gele kaft. Een idyllische tekening van een elegante boom met frisse blaadjes. Geschreven door Kader Abdolah, die ik sowieso al aanbid als schrijver. En dan de titel: ‘Wat je zoekt, zoekt jou. Een mystieke reis door het leven van de Perzische dichter Rumi.’ Ahaaaaa! Dit zocht ik dus, dat was onmiddellijk duidelijk toen ik het vond. Of vond het boek mij? Perceptie en taal, u weet wel…

Nu zit ik hier met dit letterjuweeltje naast me zelf een tekstje te brouwen. Wat wil ik bereiken met dit schrijven? Wil ik vertellen over de afgelopen, moeilijke maanden tijdens dewelke ik mezelf soms dreigde te verliezen? Wil ik vertellen over mijn toenemende tunnelvisie en gebrek aan relativeringsvermogen? Wil ik vertellen hoe ik, op zoek naar verlichting van mijn zorgen, bij een gerespecteerd Boeddhist las dat wij ‘de werkelijkheid door een rietje zien’? Dat mij dit heeft wakker geschud? Dat wij met andere woorden ongelukkig worden omdat we slechts een stukje van de realiteit zien en dan nog een stukje dat helemaal wordt gevormd door onze gedachten en emoties? Dat onze gedachten en emoties niet samenvallen met de werkelijkheid en laat staan met jezelf? Dat het op die momenten erop aankomt te beseffen dat jij nu bijvoorbeeld een druilerige dag ziet maar dat een ander het beschouwt als een verfrissende, blije dag voor de plantjes? Of dat na regen altijd zonneschijn komt? Dat met andere woorden alles voorbij gaat, zowel de goede als de slechte dagen? Dat dit onlosmakelijk bij het leven hoort en dat geluk ligt in het besef en de acceptie van de ultieme veranderlijkheid en vergankelijkheid van alles? Dat de realiteit niet zo vaststaand is zoals jij hem ziet? Dat alles veranderlijk is, ook jijzelf? Dat dat onnoemelijk veel kansen met zich meedraagt? Dat ik dat even niet meer kon zien door mijn smalle rietje?

Ik weet het niet. Ik weet alleen dat ik niet veel weet. En dat ik hier zit met een erg troostend boekje naast mij, over een Perzisch dichter uit de 13de eeuw. Een vluchteling trouwens. Een man die geleden heeft onder zijn liefdes. Een leed dat hij wegschreef met de meest prachtige gedichten die beroemd zijn tot op de dag van vandaag. Ook het wonder van het dagdagelijkse leven bleef hij zien en beschrijven. Hij is dan ook niet zonder reden heel populair in mindfulness-kringen. En nu werd een deel van zijn werk vertaald door de onvolprezen Kader Abdolah, tijdens zijn gedwongen rust en isolatie tijdens de coronapandemie. Of hoe het wonderlijke en prachtige uit het lelijke groeit, het verhaal van de lotus die uit de modder groeit…

Wauw. Ik ben heel dankbaar dat dit werk mij gevonden heeft.

Ik besef: deze tekst schiet van hier naar daar en heeft geen duidelijk thema. Een beetje zoals Watou 2023. Toch heb ik ervan genoten hem te schrijven in een flow van acceptatie waarbij de woorden die ik zocht mij hebben gevonden. Hoe jij hem zal interpreteren, daar heb ik het raden naar. Het hangt van jouw rietje af…En dat is helemaal ok.

Ik kan niet beter eindigen dan met de woorden van Rumi zelf:

Wanneer ik achter de dingen aan ren

die ik denk dat ik wil

worden mijn dagen een kachel

van angst en onrust.

Maar wanneer ik op mijn rustige plek zit

loopt wat ik nodig heb naar mij toe

in alle rust

zonder pijn.

Ik heb begrepen dat

wat ik wil, mij ook wil.

Dat het ook naar mij zoekt.

Een code van het leven,

maar alleen voor wie zijn oor bij dit geheim

Te luisteren legt.

 


 


Reacties

Populaire posts