jarig

 Nu ik zevenenveertig jaar in dit leven sta, mag ik het zeggen. Ik mag het zeggen zonder dat iemand – waarschijnlijk een pak jonger dan ikzelf - met zijn ogen hoeft te draaien. Ik wéét dat sommigen met hun ogen zullen draaien wanneer het volgende wordt gezegd omdat ik het zelf ook vaak heb gedaan. Zonder de levenservaring die het recht geeft op ogengedraai maar zogezegd met zoveel wijsheid in pacht. Gek, dat is nu net wat afneemt met de jaren al zegt men vaak het omgekeerde: Met de jaren groeit de wijsheid in het weten dat men niets weet. En dat men dus nooit de wijsheid in pacht heeft. Nog meer ogengedraai. Jaja, wacht maar. Jullie tijd komt nog wel…

Hier komt die dan. Tromgeroffel!!!

AMAAI, WAT VLIEGT DE TIJD.

De Tijd. Ik spreek er vaker over in mijn teksten (Die niet veel mensen lezen want ja, nog afgezien van het amateurisme van de schrijver, heeft men vooral geen Tijd voor iets dat meer minuten vraagt dan scrollen met één vinger): 'Leef in het Nu. Blijf niet hangen in wat gebeurd is en wat je niet kan veranderen. Verslik je niet in weemoed of schuldgevoel. Wees niet bang van wat komen gaat. Dat is ultiem onzeker en dus je gepieker niet waard. Echt Tijdverlies, dus!'

Maaaaaaaaar….Ik kan er niet om heen. Dat ‘Nu’ vliegt als een denderende trein, een op hol geslagen paard, een modern tuig sneller dan het geluid, een ruimtevaartschip dat ons naar een andere planeet zal brengen wanneer het hier onleefbaar is geworden….Snel, sneller, snelst.

De Tijd is een lastig minnaar. Mysterieus en ongrijpbaar. Je kan niet zonder maar je wilt hem eigenlijk niet. Je ziet de rimpels verschijnen en je gaat in verzet met maquillage of meer. Maar de rimpels zijn er om te blijven, eender welk zwaar geschut je inzet. De rimpels zullen altijd winnen. Is dat erg? Neen, dat is niet erg. Je hebt gewoon te aanvaarden dat je niet meer wordt nagefloten door bouwvakkers. Dat bouwvakkersgedrag is dezer dagen niet zo aanvaardbaar meer maar op mijn zevenenveertigste heb ik beslist dat ik mag toegeven dat ik daar best van genoot.

Die slinkse Tijd. Om hem te verschalken, te foppen en te vertragen, heb ik zo mijn techniekjes. Ik ga een half uur op een kussen zitten en concentreer me op mijn ademhaling. Of op de geluiden rondom mij. Of op alles waarvoor ik dankbaar ben. Of ik mediteer al spierversterkend en dan noemt men dat Yoga. Moet je echt eens een kans geven. Ok, ik negeer je ogengedraai. Wacht maar, jouw Tijd komt nog wel dat je zal denken: Nu begrijp ik wat ze bedoelde.

Of ik schrijf. Wanneer ik schrijf, durft alles zomaar ineens op zijn plek te vallen. Zelfs De Tijd lijkt dan heel even zijn juiste plaats te kennen. Gek is dat. Toen ik begon met een wit blad (of een leeg Microsoft Word document, als ik eerlijk ben), wist ik absoluut niet welke letters, welke woorden zouden verschijnen. Als vanzelf gaan mijn vingers naar de toetsen die ik nodig heb, als een intuïtief pianospeler. Ik weet niet waarover ik het wil hebben, tot ik ineens ‘begin’.

Dit alles om te zeggen: De Tijd en Niets Weten. Dat gewoon aanvaarden. De ene dag is een blij wonder, de andere dag een diepe en wanhopige zucht. Na zevenenveertig jaar op deze aardbol mag ik zeggen dat ik heb ontdekt dat ik niet wijzer ben geworden dan de schattige kleuter die ik ooit was. In alle verandering en het wegglippen van de Tijd is dat dan toch één constante. En mijn krullen.

Draai maar met je ogen, ik geef er niet om. Je zal zien…;-).





Alle reacties

Reacties

Populaire posts